Katten zijn nette dieren. Meestal kunnen ze zichzelf goed verzorgen.
Toch moet je soms je kat wassen, bijvoorbeeld omdat ze een giftig of olieachtig product op haar vacht heeft gekregen.
Natuurlijke verzorging bij katten
Wassen is een belangrijke activiteit voor katten, gemiddeld wassen ze zich meer dan een uur per dag. Als je kat zich minder wast, kan dit wijzen op een algemene aandoening, zoals artrose.
De tong van je kat is ruw. Als je goed kijkt, zie je dat er kleine weerhaakjes op de tong staan. Die werken als een soort van borstel. Ze reinigen en ontwarren de vacht. Met haar tong verwijdert een kat vuil, dode haren, stof, modder en bepaalde parasieten. Katten zijn erg op hun persoonlijke hygiëne gesteld. Ze houden van hun eigen geur. Daar voelen ze zich fijn en veilig bij.
Wanneer moet je je kat wassen?
Hoewel katten dus goed voor zichzelf zorgen, kan het soms toch nodig zijn om je kat te wassen:
- Er zit een giftig of olieachtig product op de vacht, dat je kat niet zelf kan verwijderen.
- Je kat heeft huidproblemen en heeft daarom een behandeling met speciale shampoo nodig.
- Je kat is fysiek niet in staat is om zichzelf te wassen omwille van ouderdom of pijn.
- Ze zijn vuil of stinken.
Daarnaast kan je, vooral bij langharige rassen, je kat ook wassen om haar vacht nog beter te onderhouden.
Laat je kat wennen aan water
De meeste katten houden niet van water en worden daarom niet graag gewassen. Andere vinden het geen probleem, en houden zelfs van een badje. Benader je huisdier sowieso met zachtheid en geduld. Dwingen is geen goed idee.
Een kat die van jongs af aan gewend is aan water, heeft minder moeite om zich te laten wassen. Daarom adviseren sommige dierenartsen om je huisdier al van in het begin af en toe een wasbeurt te geven.
Je kat wassen: stap voor stap
Katten kunnen om de vier tot zes weken in bad. Volg deze vier stappen om je kat op de juiste manier te wassen.
1. Bereid je goed voor
Zorg voor een warme kamer. Was je kat in een kleine badkuip of – nog beter – in een wasbak, om stress te beperken. Bedek de bodem met een antislipmat of handdoek, zodat je kat niet kan uitglijden.
Was je kat met lauwwarm water. Hou een handdoek klaar om je kat af te drogen na het wassen.
2. Gebruik een geschikt product
Je eigen douchegel en shampoo zijn niet geschikt voor je kat! Ze kunnen huidirritatie of zelfs haaruitval veroorzaken. De huid van je kat heeft namelijk een andere pH-waarde dan jouw huid. Gebruik dus altijd een specifieke shampoo voor katten. Heeft je kat last van een huidziekte of parasieten?
Hondenshampoo is ook uit den boze (bepaalde stoffen kunnen giftig zijn)!
Vraag aan je dierenarts om de juiste shampoo voor te schrijven.
3. Was alleen de noodzakelijke zones
Als er maar een deel van de vacht vies is, volstaat het om alleen die zone te wassen. Moet je je kat toch helemaal wassen? Begin dan bij de nek en ga via de buik en poten naar de staart. Spoel je kat daarna grondig af met lauwwarm water.
4. Droog je kat goed af
Het is belangrijk om je dier goed droog te wrijven met een handdoek, zodat het geen kou vat. Als je kat niet bang is voor het geluid van de haardroger, kan je die gebruiken om sneller te drogen. Zorg er wel voor dat je de haardroger niet te dicht bij je kat houdt, en zet hem op lage kracht om brandwonden te vermijden. Vergeet niet om ook voorzichtig tussen de tenen van je kat te drogen!
Hoe zit het met de oren?
Maak de oren van je kat vooral niet nat, want het water kan via de oorschelp in de gehoorgang terechtkomen. Dat vormt geen direct risico, maar het voelt niet zo prettig. Heeft je kat last van vieze oren? Vraag dan raad aan je dierenarts.
Je dierenarts is je meest betrouwbare bondgenoot voor de gezondheid van je kat. Geen enkele informatiesite kan het advies van een dierenarts vervangen. Aarzel dus niet om advies te vragen.